Turkse invloed in Bosnië-Herzegovina
Herfst vorig jaar verscheen er een interessante wetenschappelijke analyse in Wenen onder de titel “Eerlijke makelaar of concurrent voor de EU? Turkije en haar rol op de Balkan”. De relaties tussen Ankara en Sarajevo figureren prominent in deze analyse. Een natuurlijk voortvloeisel uit de nauwe persoonlijke en politieke banden tussen president Erdogan en diens Bosnische ambtgenoot Izetbegovic.
Met deze constatering kom ik bij paragraaf 40 van het solide verslag van collega Preda. Dat spreekt immers van “de groeiende invloed van buitenlandse machten” in Bosnië-Herzegowina.
Mijn vraag aan de Raad en Commissie reflecteert die van genoemde wetenschappelijke analyse: Turkije, eerlijke makelaar of concurrent voor de EU in Bosnië-Herzegowina?
De stichting van een nieuwe, pro-Turkse, pro-Erdogan lobbyorganisatie —Unie van Europese Balkandemocraten— in Bosnië onderstreept het politieke belang van deze vraag. Van groter belang is nog een duidelijk Europees antwoord. Want groeiende Turkse invloed op de Balkan zal de spanningen tussen etnische en religieuze groeperingen aanwakkeren.