Oezbekistan moet meer doen aan de vrijheid van godsdienst
Samen met enkele collega-Europarlementariërs vraag ik aandacht voor de bescherming van de mensenrechten, met inbegrip van de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging, in Oezbekistan. De regering van dat land is recent met de Europese Commissie speciale afspraken over in- en uitvoerrechten bij de handel van allerlei producten overeengekomen. Je moet echter niet alleen handelsvoordelen geven aan Oezbekistan, maar ook heldere afspraken maken over de vrijheid van godsdienst aldaar.
Oezbekistan is onlangs door de Europese Commissie in aanmerking gekomen voor de SAP+-status (stelsel van algemene preferenties), waardoor het land gunstige handelsvoorwaarden krijgt met de EU. Deze status brengt wel een aantal verplichtingen met zich mee met betrekking tot de bescherming van de mensenrechten, waaronder de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging. De situatie met betrekking tot de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging in Oezbekistan is echter zorgwekkend. In wezen beslist de staat welke religie wel en niet kan worden beoefend, en het herziene wetboek van strafrecht dat momenteel wordt opgesteld, verandert deze situatie niet.
Onze vragen aan de Eurocommissaris voor Handel Valdis Dombrovskis:
1. Bent u er zich ervan bewust dat de situatie met betrekking tot de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging in Oezbekistan zeer zorgwekkend is, vooral omdat het herziene wetboek van strafrecht niet de gewenste verandering teweegbrengt?
2. Gaat u in het kader van de bilaterale dialoog voorzien in het SAP+-programma met de regering van Oezbekistan in gesprek over de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging?
3. Welke gevolgen zijn er voor het SAP+-programma als de situatie van vrijheid van godsdienst of levensovertuiging in Oezbekistan niet voldoende verbetert?