Nu niet naar Straatsburg
Voorzitter Sassoli van het Europees Parlement heeft besloten dat de Plenaire vergadering in juni (7-10 juni) na lange tijd weer zal plaatsvinden in Straatsburg. Afgezien van mijn principiële bezwaren tegen vergaderen in Straatsburg, betwijfel ik ten zeerste of het wel verstandig is om daar nu al weer heen te gaan terwijl de coronacrisis nog niet achter de rug is.
Ik heb hem om uitleg en toelichting gevraagd op zijn besluit, maar hij antwoordt vrij kort door de bocht: het kan nu, het is veilig en verantwoord.
Of het nú veilig en verantwoord is naar Straatsburg te reizen, is voor mij echter een vraag. Zoals menige collega ben ik op dit moment nog niet twee keer gevaccineerd; dat gebeurt eind week 23. Daarnaast is de reistijd naar Straatsburg voor velen, ook mij, aanzienlijk veel langer en ingewikkelder – zeker per trein – dan naar Brussel. Hierdoor zal ik tijdens zo’n reis (met welk vervoermiddel ook) waarschijnlijk twee stemrondes missen, hetgeen ik niet wil.
Ook zijn de instructies die door het Parlement zijn verstrekt aan de medewerkers die naar Straatsburg zouden gaan, zeer ingewikkeld en omvangrijk met allerlei bepalingen over testen en de wijze van reizen. De facto wordt het zo voor de medewerkers erg moeilijk naar de Franse stad af te reizen.
Te verwachten is dat begin juli in de EU-landen het zogenaamde EU Digitaal COVID Certificaat beschikbaar komt. Dan wordt het reizen gemakkelijker indien men volledig gevaccineerd is, of een negatieve testuitslag kan overleggen, of kan aantonen reeds COVID te hebben gehad en antistoffen te hebben. Waarom wachten we als Parlement niet op dat certificaat? Dan zouden we in de loop van juli naar Straatsburg kunnen reizen, hoewel een start in september (na het zomerreces) ook te overwegen zou zijn. Kortom, voor de juni-Plenaire reis ik niet naar Straatsburg.