Stemverklaring over de resolutie over lhbtiq+-rechten in de EU
Bij deze resolutie was er sprake van een enkelvoudige stemming. Er lagen geen amendementen ter tafel. Uiteindelijk heb ik tegen de resolutietekst gestemd op grond van de volgende overwegingen.
De rechten van lhbtiq worden in de resolutie mensenrechten genoemd. Dat vind ik een oneigenlijke oprekking van het internationaal erkende begrip mensenrechten. Voorts, in de resolutie worden vergaande acties gevraagd van de Europese Commissie om te komen tot een communautaire aanpak voor “regenbooggezinnen”. Daarmee zou de EU zich in aanzienlijke mate begeven op het terrein van het familierecht, waarop de EU geen competenties heeft. Het is onjuist waar in de resolutie (paragraaf 5) wordt gesteld, dat hierbij toch het EU-recht zou prevaleren.
Tevens begint overdaad in deze te schaden: zowel in de juni- als de juli-Plenaire heeft het Europees Parlement zich reeds uitgesproken over essentiële aspecten betreffende de lhbtiq -rechten. Daarbij ging het onder andere over de noodzaak geweld tegen de lhbtiq -gemeenschappen te stoppen en tegen de lhbtiq -vrije zones in Polen. Daarmee zijn toen de voornaamste aspecten van de lhbtiq -gemeenschappen ruimschoots aan bod gekomen. Om dit nu nog verder door te drijven in de richting van het familierecht is voor mij echt een brug te ver.