Groen met Peter #3: hoe groen zijn kernenergie, aardgas en biomassa?
De Eurofractie van de ChristenUnie vindt duurzaamheid een heel belangrijk thema. Binnen het Europees Parlement gaat het hier vrijwel dagelijks over. Van enkele belangrijke ontwikkelingen willen we jullie graag met enige regelmaat op de hoogte houden.
Vandaag de derde blog in deze reeks over de Green Deal, met meer over groene labels – de zogenoemde ‘taxonomie’ – en de zoektocht naar een duurzame energiemix.
Naast de concrete wetsvoorstellen uit het Fit-for-55-pakket, werkt de Europese Unie ook aan haar taxonomie. Dit is een overzicht waarin energiebronnen al dan niet worden bestempeld als duurzaam. De discussie rond deze classificatie speelt zich eigenlijk op twee niveaus af. Het eerste niveau is technisch. Op basis van wetenschappelijk onderzoek wordt gekeken welke vormen van energie de minste uitstoot opleveren en dus het meest duurzaam zouden zijn. Dit draait om feiten en dus zou je zeggen dat er weinig ruimte is voor meningsverschillen.
De taxonomie is echter ook een zeer gevoelig politiek onderwerp en dit politieke niveau is dan ook waar de discussie voornamelijk plaatsvindt. Dit zie je terug als het gaat om kernenergie, aardgas en biomassa. Lidstaten verschillen in hun afhankelijkheid van deze bronnen, en proberen op basis van deze eigen belangen de labels te beïnvloeden. Deze discussies zijn soms lastig op te lossen en dus is er naast het groene label een extra label toegevoegd aan de taxonomie, namelijk oranje. Energiebronnen die niet direct als groen kunnen worden gekwalificeerd, maar die wel een rol spelen in de energietransitie, vallen hieronder. De kans is groot dat ook aardgas deze status krijgt.
Als Eurofractie van de ChristenUnie kunnen we ons hier grotendeels in vinden. Aardgas is op de lange termijn geen groene oplossing. De oorlog in Oekraïne heeft duidelijker gemaakt dat we vanwege duurzaamheid én geopolitiek van het gas – en in het bijzonder zo snel mogelijk van het Russische – af moeten. Tegelijkertijd kan het in de transitieperiode goed gebruikt worden om bijvoorbeeld Oost-Europa van de nog vervuilendere kolen af te helpen. Bij kernenergie en biomassa vinden we dat er voorwaarden gesteld moeten worden waaronder ze als duurzaam beschouwd mogen worden. Zo willen we bij biomassa vooral gebruik maken van reststromen en geen extra houtkap speciaal voor verbranding. Aan kernenergie kleven verschillende risico’s en hoge kosten, maar gezien de lage broeikasgasemissies zou het wel een belangrijk hulpmiddel kunnen zijn in de energietransitie.
Samen met groene waterstof en zonne- en windenergie, die ook allemaal niet zonder nadelen zijn, kunnen we zo zorgen voor de meest optimaal mogelijke energiemix én daarmee de klimaatdoelen halen. De taxonomie is kortom ook het eindproduct van uitgebreid balanceren en het zoeken naar compromissen.
Wat maakt dit alles ten slotte uit in de praktijk? De taxonomie is vooral sturend bedoeld richting de industrie. Omdat makkelijk te zien valt welke energiebronnen volgens de EU de toekomst hebben, zullen veel sectoren op basis hiervan investeren. Dit leidt hopelijk tot een steeds groenere Europese economie. Eén waarin door innovatie steeds duurzamere energie wordt opgewekt en waarin uiteindelijk helemaal geen ruimte meer zal zijn voor fossiele brandstoffen.