Europa moet Armenen steunen tegen oorlogszuchtige Azeri’s
Voor Armenië verslechterde de situatie de afgelopen twee jaar flink, vanwege de door Azerbeidzjan begonnen oorlog. We moeten onze Armeense christelijke broeders en zusters volop steunen, maar Europa doet juist het tegendeel. Hierdoor dreigt dit een vergeten oorlog te worden, waarin de Armenen het onderspit delven.
In het jaar 2020 viel Azerbeidzjan Nagorno-Karabach aan, een Armeens gebied aan de grens met Azerbeidzjan. De Azeri’s sloegen in die oorlog verpletterend toe. Grote delen van Nagorno-Karabach werden veroverd en van alle kanten omsingeld. Veel Armeense soldaten sneuvelden. Op een soldatenbegraafplaats zag ik dat dit recent ook nog gebeurde. Op dit moment is er nog slechts één wegcorridor die Nagorno-Karabach verbindt met het moederland Armenië. In en rond die corridor zijn de Azeri’s voortdurend intimiderend bezig door middel van allerlei onaangekondigde controles en pesterijen.
Expansiepolitiek
Officieel is er trouwens een vredesbestand overeengekomen tussen Azerbeidzjan en Armenië. Nabij Goris, in het zuiden van Armenië, zagen wij een bewakingspost. Sinds november 2020 worden zulke posten bemand door Russische troepen. Alhoewel het bestand een oplossing zou moeten bieden, is Azerbeidzjan op verschillende manieren aangespoord zijn expansiepolitiek voort te zetten.
Zo heeft Azerbeidzjan ingezien dat het Armeense leger niet opgewassen is tegen zijn militaire kracht. Daarnaast hebben de Russen hun vredesmacht afgebouwd, omdat ze hun militairen nodig hebben vanwege de inval in Oekraïne. Er is sinds enkele weken wel een groep van veertig EU-experts aanwezig die toezicht houden op het overeengekomen bestand. Zij blijven echter vooralsnog maar twee maanden en het effect van hun aanwezigheid is nog niet te zien. Bovendien hebben deze experts geen militaire capaciteit, in tegenstelling tot de Russen.
Beschietingen
EU-Commissievoorzitter Von der Leyen heeft het politieke aanzien van Azerbeidzjan helaas flink opgehemeld door op 18 juli een deal te sluiten over het leveren van gas aan Europa. In de jaren tot 2027 moet de gasleverantie aan Europa verdubbelen van 10 miljard tot 20 miljard kubieke meter. Aangezien dit geen bijzonder grote hoeveelheid is –de Russische gasleveranties aan Europa bedroegen eerder 155 miljard kubieke meter– lijkt het dus vooral president Alyev van Arbeidzjan te zijn die politiek en geostrategisch van deze deal profiteert.
De Azeri’s zien daarom hun kans schoon en rukken langzaam op. Nabij de Zuid-Armeense stad Goris heeft Azerbeidzjan zelfs al een strategische bergketen binnen de Armeense grenzen bezet. Vanaf die bergen beschieten Azeri’s met regelmaat Goris en omgeving. Huizen aan de rand van Goris zijn beschadigd door voltreffers. Een bewoner van zo’n beschadigd huis toonde de granaatsplinters.
Ons werd verteld dat Azerbeidzjan in het zuidelijke deel van het veroverde Nagorno-Karabach twee vliegvelden aan het bouwen is waarbij Israël hulp zou bieden. De verwachting in Armenië is dat Israël op termijn die vliegvelden zal gebruiken voor (tegen)aanvallen op Iran, dat aan dit gebied grenst.
Kerken en kloosters
De geopolitieke situatie in het zuidelijke deel van de Kaukasus is complex, maar duidelijk is dat Armenië in de hoek zit waar de klappen vallen. Azerbeidzjan heeft bovendien krachtige bondgenoten, waaronder Turkije (dat heeft binnen de NAVO een van de sterkste legers) en helaas ook Israël. Azerbeidzjan en Israël hebben namelijk Iran als gemeenschappelijke vijand. Azerbeidzjan maakt nota bene gebruik van Israëlische drones om Armeense soldaten en burgers te doden.
Dit is een schandvlek over Jeruzalem. Armenië staat zo goed als alleen. De Russen spelen geen betekenisvolle handhavende rol meer. En de EU en de VS kijken niet echt naar het land om.
Laten we goed beseffen dat Armenië de bakermat van het christendom in (oostelijk) Europa is. Dat is ook duidelijk zichtbaar. Op vele plaatsen langs allerlei wegen zie je (al dan niet verlichte) kruisen staan. Overal kom je kerken en kloosters tegen, evenals standbeelden van heiligen. In de werkkamer van de burgemeester van Goris zag ik dat de afbeelding van een bekend Armeens klooster vele malen groter is dan die van het staatswapen. Bovendien droeg die burgemeester een voor iedereen duidelijk zichtbaar kruis om zijn rechter pols. De huidige situatie is dus niet alleen penibel voor Armenië als land, maar tevens een bedreiging voor een christelijke natie en cultuur.
Een enorm genocidemonument ter nagedachtenis van de Turkse genocide van 1915-1917 dat ik bezocht, getuigt ervan dat Armenië een eeuw geleden ook al een enorme dreun toebedeeld kreeg. Het voortdurend bedreigde Armenië vraagt om onze inspanning en aandacht. Ik vind het de plicht van politici, en in het bijzonder politici die oog en hart hebben voor het christendom, die steun en solidariteit te blijven geven.
Dit opinieartikel verscheen afgelopen zaterdag 5 november in het Reformatorisch Dagblad.